WERKBESCHRIJVING DAMESJURK LOUISE

MET REGULIERE GEPRINTE STOF

BENODIGDHEDEN:

TRICOT OF ANDERE REKBARE STOF MET ELASTAN

Maat

34 = XS 1,80 meter

36 = S 1,85 meter

38 = M 1,85 meter

40 = L 1,95 meter

42 = XL 1,95 meter

44 = XXL 1,95 meter

46 = XXXL 1,95 meter

48 = XXXXL 2 meter

PICOTELASTIEK OF ANDERE SIERELASTIEK

Maat 34 tot en met 40: 3 meter

Maat 42 tot en met 48: 3,5 meter

MAATTABEL

Helaas is er geen maattabel van dit patroon. Het patroon is al een poosje in ons bezit en was in eerste instantie bedoeld voor gebruik voor een eigen label. Toen leek een maatabel niet relevant en nu is het maattabel niet meer te achterhalen.

BEGINNEN

Voor het verwerken van tricotstoffen op de gewone naaimachine is een tweelingnaald erg handig. Je kan er heel mooi de randjes mee doorstikken zonder dat de stof de elasticiteit verliest. Voor de rekbaren delen gebruik je een overlocksteek op de naaimachine of een eenvoudig zigzagsteekje. Je kunt tricotstoffen natuurlijk ook heel mooi verwerken met een lockmachine.

Knip de juiste maat uit het patroonpapier. Of neem de juiste maat over op patroonpapier.

Voor gebruik lockmachine neem je en naadtoeslag van een halve centimeter. Voor gebruik van een gewone machine neem je en naadtoeslag van 0,75 cm.

STOFLEGGING

2x voorpand

2x voormouw

2x achtermouw

1 x achterpand

Op de foto is een stof gebruikt die twee kanten te gebruiken is. Dat wil zeggen dat de print zowel zo als op de kop hetzelfde is.

Daardoor kun je soms wat meer schuiven en puzzelen zodat je minder stof nodig hebt. Op de foto hebben we dan ook de mouw op zijn kop gelegd.

Heb je een stof die een duidelijke print 1 kant op heeft, dus niet op zijn kop kan, let dan goed op dat de print goed ligt en dat alle delen met de pijlen naar boven wijsen.

Speciaal voir de stoflegging van een Hamburger Liebe pakket:

NAAIEN

Speld de voormouw met de bolle kant aan de bolle kant van de achtermouw met de goede kanten op elkaar en lock of stik deze. Doe dit ook met de andere mouw.

Speld nu de mouwen met de achtermouw, dus de lange zijde, aan het achterpand. Ook met de goede kanten op elkaar. Lock of stik deze.

Doe hetzelfde met de voorpanden. Aan elke mouw komt een voorpand. Op deze manier zijn alle drie de panden met elkaar verbonden.

PLOOIEN

Speld nu de plooien in beide voorpanden. Deze lopen van boven naar beneden, dat wil zeggen dat als je de jurk aanhebt je niet in de plooien kunt kijken. In beide panden zitten 3 grote plooie aan 1 kant. Zie patroon. De drie uitstekende puntjes zijn de top van elke vouw.

Op het patroon staan de pijlen naar beneden, dat is misschien wat verwarrend maar dat klopt in principe wel. Deze geven de richting van de onderplooi aan. Deze gaat namelijk achterlangs naar boven waardoor de voorplooi voorlangs naar beneden wijst.

Zet in elke plooi twee spelden. Stik de plooien door met een stiksteek zodat de spelden verwijderd kunnen worden. Zo komen er geen spelden in je lockmachine en verlies je ook geen spelden zodat de plooien er weer uit gaan.

De plooien zitten mooi vast.

SIERELASTIEK

Nu wordt het picotelastiek of sierelastiek langs de halslijn gezet.

Eerst wordt het elastiek met de goede kant op de goede kant van de tricot gelegd. En met een lockmachine of een zigzagsteek vastgezet. Let wel op dat je niet te dicht bij de sierrand komt. En houd het elastiek op spanning anders komt het er te los op en gaat de rand lubberen!!

Stik het sierelastiek door op de tricot met een tweelingnaald. Zo blijft de halslijn mooi rekbaar.

Leg de jurk nu op de juiste manier neer, dat wil zeggen met het rechtse voorpand over het linkse voorpand. Dat is namelijk de vrouwen-sluiting.

Speld op een paar plaatsen de beide voorpanden aan elkaar, niet het achterpand!

Leg nu de beide voorpanden met de goede kant op de goede kant van het achterpand en speld de gehele zijnaad tot en met de mouw.

Werk van onder aan en zorg dat je de drie panden gelijk op elkaar legt. Een klein stukje onder de oksel zal 1 van de voorpanden ophouden, je speld dan verder het andere voorpand en achterpand. Lock of stik deze naad in 1 keer.

Doe hetzelfde met de andere zijde, werk ook hier vanaf de onderzijde en lock of stik ook vanaf de onderzijde. Zorg ten alle tijde dat je alle panden meepakt.

Keer de jurk. Werk nu de mouwen met picotelastiek of ander sierelastiek af. Omzomen is natuurlijk ook een optie.

Het aanzettten en afwerken van het picot aan de mouw en aan de onderzijde die ik altijd kruislings. Zie foto’s. Foto 1 is het aanzetten bij de ondernaad en foto 2 is het afwerken, ook bij de ondernaad. Zo heb je geen last van raffelen en zie je bijna het begin en eind niet.

Ook het aanzetten van dit elastiek doe je onder een flinke spanning om lubberen te voorkomen.

Voor het afwerken van de onderzijde met picot of sierelastiek is het belangrijk dat je de voorzijde de beide voorpanden meepakt in de afwerking. Dus alletwee de tricots mee naaien met het opzetten van het elastiek.